De gedelegeerde rechter
De gedelegeerd rechter is een spil-actor van de “Wet Continuïteit Ondernemingen”.
Meestal wordt deze taak opgenomen door een ervaren rechter in ondernemingszaken, die zowel een grondige kennis heeft van het bedrijfsleven als een grondige kennis van de wetgeving. Daarenboven dient de aangesteld gedelegeerd rechter bijzonder beschikbaar te zijn, om zijn taak naar behoren te kunnen volbrengen. De taak wordt samengevat in art. 18 en 19 WCO als volgt:
Artikel 18 :
In elk geval wijst de voorzitter van de rechtbank onmiddellijk na de neerlegging van het verzoekschrift een gedelegeerd rechter aan die rechter in de rechtbank is, de voorzitter uitgezonderd, of een rechter in ondernemingszaken, om bij de kamer van de rechtbank waaraan de zaak is toebedeeld, verslag uit te brengen over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het verzoek en over elk element dat nuttig is voor zijn beoordeling.
De rechtbank duidt een gedelegeerd rechter aan in het geval bedoeld in artikel 59, § 2, met de opdracht die dit artikel preciseert.
De gedelegeerd rechter hoort de schuldenaar en elke andere persoon van wie hij het horen nuttig oordeelt voor zijn onderzoek. Hij kan bij de schuldenaar de informatie opvragen die nodig is om diens toestand te beoordelen.
Artikel 19.
De gedelegeerd rechter waakt over de naleving van deze wet en licht de rechtbank in over de evolutie van de toestand van de schuldenaar.
Hij besteedt in het bijzonder aandacht aan de formaliteiten voorgeschreven in de artikelen 17, 26, § 2, 44 en 46, § 6.
Behoudens in geval van toepassing van artikel 40 van de verordening 1346/2000 (EG) van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures, kan hij de schuldenaar vrijstellen van elke individuele kennisgeving, en preciseert in dit geval, bij beschikking, welke gelijkwaardige maatregel van bekendmaking vereist is.
1 - De gedelegeerd rechter brengt verslag uit bij de opening van de procedure De gedelegeerd rechter is de ‘periscoop’ van de rechtbank in de onderneming;, hij geeft verslag aan de Rechtbank over de toestand van de onderneming in moeilijkheden. Ontvankelijkheid van het verzoek tot gerechtelijke reorganisatie: Is de Wet wel toepasselijk op de schuldenaar ( art. 3 WCO ) ? Zijn de stukken, zoals voorgeschreven onder art. 17 $ 2 WCO wel neergelegd ? Bevindt de onderneming zich actueel nog in een toestand van “continuïteit” ? Gegrondheid van het verzoek tot gerechtelijke reorganisatie: Is de continuïteit van de onderneming wel onmiddellijk of op termijn bedreigd ? Elementen nuttig voor de beoordeling : De Wetgever is (bewust?) bijzonder vaag gebleven op dit punt. De bedoeling is heel duidelijk dat de Rechtbank omstandig wordt geïnformeerd over de toestand van de onderneming, niet enkel boekhoudkundig of economisch, maar ook inzake de niet-cijfermatige elementen. Sommige Rechtbanken zijn van mening dat de gedelegeerd rechter, die voorafgaandelijk de zitting tot opening van de procedure, op zijn minst de onderneming heeft bezocht en de bedrijfsleiding heeft bevraagd, zich in zijn Verslag strikt dient te houden tot de objectief vastgestelde elementen. Andere Rechtbanken hebben een minder restrictieve benadering en zijn de mening toegedaan dat tot de ‘nuttige elementen’ eveneens subjectieve elementen, zoals vastgesteld of gepercipieerd door de gedelegeerd rechter, kunnen bijdragen tot een goede beeldvorming. In dit geval houdt het “verslag” van de gedelegeerd rechter tevens een “standpunt” in en een ‘advies’ over de toe te stane termijn van opschorting. Dit standpunt dient echter in geen geval door de Rechtbank te worden gevolgd. Een aantal elementen, die in dit laatste geval, door de gedelegeerd rechter kunnen worden onderzocht zijn: a) Heeft verzoek als doelstelling decontinuïteitvan (sommige) activiteiten te betrachten of heeft de GR de indruk van een ‘verborgen agenda’ ?
- Eigen belangen veilig stellen
- Uitstel van executie
- ‘goedkope’ overname via GROG / overname door gelieerde onderneming na schuldherschikking?
- Bepaalde schuldeisers achterstellen ?
b) “Kwaliteit” van de stukken
- Volledigheid en inhoudelijke consistentie stukken art. 18 $ 2
- Geloofwaardigheid ‘kas-planning’ ( positie schuldeisers minstens status-quo tijdens opschorting).
- Orderportefeuille?
- Claims ? Reputatie van de onderneming ?
c) Ingesteldheid van de verzoeker:
- Competentie ?
- Moraliteit ?
- Wils- en daadkracht (mentale ingesteldheid?)
- Evaluatie kwaliteit van de ondersteunende derden
2 - De gedelegeerd rechter waakt over de naleving van de Wet en licht de Rechtbank in over de evolutie.
- Inlichten over evolutie = BEWAKEN van de evolutie.
- Invullen van ernstige bewaking = arbeidsintensief.
- Probleem ‘beschikbaarheid’ van de GR (overigens meestal ondernemer!)
- Probleem vergoeding GR voor tijd en verplaatsing (het is omzeggens vrijwilligerswerk)
- Inlichten Rechtbank ≠ inlichten schuldeisers en belanghebbenden ! Zo zal de gedelegeerd rechter, bevraagd door belanghebbenden, steeds zeer terughoudend zijn om informatie te verstrekken.
- Verslag GR moet in gerechtelijk dossier art. 20, toegankelijk voor partijen en schuldeisers. Er stelt zich daar een probleem met betrekking tot vertrouwelijke of gevoelige informatie, die ter inzage is van schuldeisers. De gedelegeerd rechter zal zich alvast bezinnen vooraleer hij dergelijke informatie in zijn (schriftelijke) rapportering verwerkt.